aanduiding vooropening iso 2553

[maurits]

In NEN-EN-ISO 2553 wordt de letteraanduiding voor de vooropening (b) op de pijl en in het symbool geplaatst (zie bijlage). Nu is bij een aantal geautomatiseerde lasprocessen standaard een vooropening van nul voorgeschreven. Geen vooropening dus. Ik kan mij voorstellen dat de tekenaar vanuit zijn functie de waarde van de vooropening altijd moet aangegeven op tekening. Maar ik heb weinig ervaring met tekeningen voor kritische onderdelen voor zeg CERN of Eurofighter. Daarom wil ik graag twee dingen weten:

Dient volgens ISO 2553 de waarde van vooropening altijd te worden vermeld op de tekening, ook als die waarde nul is?

En zo ja ...

Wordt op de pijl 1) de letter b dan vervangen door de bedoelde getalswaarde in millimeters of  2) de getalswaarde toegevoegd achter 'b' of 3) alleen de letter b in het symbool geplaatst (eigenlijk zoals aangegeven in de bijlage) en wordt de waarde ergens anders wordt genoemd op de tekening?

Voor penetratiediepte wordt de letteraanduiding (s) soms wel, soms niet vervangen door de bedoelde waarde. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de eventuele complexiteit van informatie op de pijlaanduiding. Maar voor penetratiediepte zegt de norm expliciet wanneer de letter s wordt weggelaten en wanneer niet. Voor 'b' kan ik dat nergens ontwaren.

In de aanduidingen voor vooropening die ik ben tegengekomen op internet blijft het bij mekaar heel onduidelijk hoe het nu precies zit met 'b op de pijl'. Veel lasnaadvormen waarvan je gewoon weet dat er een vooropening moet worden aangehouden zijn dan in zo'n voorbeeld aangeduid zonder aanduiding voor b. Als het daarbij gaat om ongelegeerd staal en er is geen sprake van een drukhoudend product, dan begrijp ik nog wel dat 'b' op de tekening niet wordt genoemd.